Helemaal gevallen voor Maleisië

Als de muren konden praten. Dan hadden ze ons vast verteld over vrolijke families, die een heerlijke tijd hadden. Die genoten van het zwembad, de glijbanen, het restaurant. Maar het bleef stil. Akelig stil, in het verlaten hotel, dat ooit een prachtig resort geweest moet zijn.

Ergens fascineren dit soort plekken me altijd enorm. Vooral de échte ‘abandoned places’, uren kan ik scrollen door de mooiste foto’s op internet. Maar als ik hier zelf loop, binnen gluur bij een leeg pandje dat ooit het supermarktje was, voelt het toch een beetje desolaat. De fotograaf onder ons begint meteen plaatjes te schieten, terwijl de ondernemer zich afvraagt wat het zou moeten kosten en wat een renovatie als eindresultaat zou hebben.

Het appartement is oké, maar we zijn benieuwd wat dit betekent voor de rest van Maleisië. Komt dit omdat het toerisme tweeënhalf jaar heeft stilgelegen? In het mooie Malakka staan ook de nodige pandjes leeg, maar gelukkig is er nog genoeg te zien en doen.

Ons appartement zit op een toplocatie, op loopafstand van alle hotspots. Hoe je daar naartoe loopt en waar je oversteekt moet je maar ff zelf bekijken. Door te observeren leren we dat je je gewoon maar een beetje voortbeweegt daar waar het kan. Dus; langs de weg, op een plek naar keuze tussen de auto’s door, al slalommend oversteken. En een enkele keer bespeuren we zowaar een stoep.

We bekijken in Melakka ‘Dutch square’; ook wel bekend het rode plein. Ooit was deze stad in handen van de Hollanders, die zelfs bakstenen hebben laten aanvoeren vanuit Nederland om het ‘Stadhuys’ mee te bouwen. We vinden zelfs een molen en koeien hier! Hoe bizar, dat we die Nederlandse invloeden zo ver van huis tegenkomen.

De ‘grachten’ (mét rondvaartboten) zijn ook ontzettend sfeervol en we hebben dan ook heerlijk aan het water gegeten.

Die avond vragen de kids ons honderduit over allerlei verschillende culturen die we tot nu toe zijn tegen gekomen. Waarom sommige dames een stip op hun voorhoofd hebben, of een hoofddoekje dragen. En waarom er gezang uit een minaret klinkt. Mooi hoe ze zo onderzoekend alles in zich opnemen.

Oh, en als die rondvaartboten er dan toch varen… laten we er dan ook maar een tochtje op maken! We bewonderen de kleurige streetart op de pandjes langs de grachten.

Na 4 dagen Melaka gaan we door naar Kuala Lumpur. We besloten Maleisië een beetje op de bonnefooi te doen en hadden tot dusver nog geen huurauto kunnen bemachtigen. We zijn niet de enige reizigers hier, het toerisme trekt (gelukkig voor ze) weer aan.

We zijn per bus vanuit Singapore naar Maleisië gekomen en dat is ons eigenlijk best goed bevallen. Dus pakken we ook voor de reis naar Kuala Lumpur weer een royale touringcar voorzien van sfeervolle siergordijntjes.

De tweeënhalf uur durende rit is een hele relaxte, met drie slapende kinderen die we wakker moeten maken als de bus stopt. Deze slaperigheid maakt dat er even een Nintendo switch wordt vergeten, waar we natuurlijk pas achterkomen zodra de bus uit het zicht is.

Gelukkig is er een collega van dezelfde maatschappij in de buurt, die even rondbelt voor ons. De chauffeur heeft het bewuste tasje algauw gevonden in de bus en vertelt ons over drie kwartier weer terug te komen naar dit punt.

In de tussentijd regelen wij een huurauto. Nadat we online keer op keer een ‘uitverkocht’ terug kregen op aanvragen dachten we, laten we het op de luchthaven proberen. Daar hadden ze gelukkig bij een onbekend kleinschalig bedrijfje nog wel iets over. Top. Als de hereniging tussen Switch en zoon heeft plaatsgevonden is de auto ook bijna klaar. Op naar de vrijdagavond-spits van Kuala Lumpur.

Eenmaal in het hotel zijn we dolgelukkig. Allereerst dat we deze hectische rit, met zelf-interpreteerbare verkeersregels hebben overleefd, maar bovenal met ons fijne appartement. Wát een uitzicht, zo vanaf de 36e etage. Het gehele appartement is net zo groot als de gemiddelde eengezinswoning, wat een balzaal.

Na aankomt eten we een hapje op het dakterras op de 51e etage, wat een uitzicht ook hier!

Na een heerlijk nachtje gaan we te voet de stad verkennen. We bekijken de Petronas Towers, iconisch voor Kuala Lumpur en absoluut een speciaal gebouw om te zien. We pakken een ontbijtje mee in het winkelcentrum, gelegen op de onderste paar etages van de torens.

In het park, gelegen aan de achterzijde, begeven we ons richting de speeltuin. Halverwege het park staan zo’n 40 speeltoestellen, allemaal nét even anders van vorm en kleur. Het lijkt oprecht een levende catalogus van een speeltoestellenfabrikant.

Van klimmen en klauteren krijg je het heet, dus wordt er verkoeling gezocht, want ook hier weer een gratis waterspeeltuin.

Als de donkere wolken zich samenpakken rondom de bovenste puntjes van de torens is het tijd om te gaan. De middag brengen we door in ons appartement, terwijl we ons ogen uitkijken naar het schouwspel in de lucht. Als de regen- en onweersbuien voorbij zijn plonsen we nog even in het zwembad.

De dag erna begint zonnig als we een taxi pakken richting Batu Caves. Een heilige tempel met metershoog gouden standbeeld. We schieten wat foto’s tot ik opeens tot de schrikbarende ontdekking kom dat m’n portemonnee weg is. We snellen terug naar onze taxi-chauffeur, die bij de taxi op ons wacht. Nee, ook daar niet. De beste man helpt ons zoeken en zoeken, maar niks. We besluiten de 272 trappen maar te gaan bestijgen en besluiten daarna wel even te informeren bij het visitor center.

De klim omhoog is ongekend zweten, vooral voor Arjan met Riff op z’n arm. Het is wel een hele bijzondere plek om te zien en mooi hoe de Hindoes vastberaden zijn naar boven te gaan, hou oud of slecht ter been ook.

Als we terug beneden komen blijkt deze plek ook voor ons heilig, want m’n portemonnee is afgegeven bij het visitor center. Er wordt een contract geïmproviseerd waarin ik verklaar m’n zoekgeraakte portemonnee in ontvangst te hebben genomen, en dan zijn we klaar om te gaan.

Eenmaal bij het hotel besluiten Colin en ik even samen naar het winkelcentrum te gaan, tijdens het middagdutje van Riff (en Ivy).

We wandelden gezellig over de gammele stoepjes toen het na vijf minuten al misging. M’n teenslippertje ondervond niet zo’n goeie samenwerking met de gladde stoepjes, waardoor ik viel, vol met m’n knie op een brokje tegel. “Gaat het mam?” vroeg Colin, terwijl ik overeind krabbelde. Ik knikte ja, maar bij het zien van m’n knie schreeuwde m’n binnenste ik: dit is niet best.

Een flinke flap hing los en de vijf minuten terug lopen leken wel een uur. Colin bleef uitermate relaxt en zei “niet steeds naar kijken mam, dan denk je er ook niet aan”. Eenmaal terug bij het resort beaamde Arjan dat ik maar snel naar een arts moest. Dus griste ik m’n paspoort, portemonnee, flesje water en een oplader mee, terwijl manlief bij de kids bleef in het appartement.

Voor de tweede keer vandaag was taxichauffeur John m’n reddende engel en reed hij me naar de dichtstbijzijnde kliniek. Toen hij het betreffende pandje aanwees moest ik even slikken.

Oké, nou dit zal wel gewoon zo werken hier dan. Eenmaal binnen moest ik m’n paspoort afgeven bij een klein loketje, waarna ik algauw een vervallen kamertje met gerafelde behandeltafel in werd geroepen.

Bij het zien van m’n knie zag ik ze nog net niet kokhalzen, nee dit was ook volgens hen (goddank) niet de juiste plek. Ik moest naar een ziekenhuis.

Ik strompelde weer terug naar de taxi terwijl m’n loshangende knie ritmisch meedeinde. Een fotoreportage van dit geheel zal ik jullie niet aandoen overigens.

Eenmaal terug bij chauffeur John, die gelukkig had beloofd te blijven wachten, legde hij me uit dat er twee opties waren. Eentje aan de andere kant van de stad, een ander (particulier) ziekenhuis om de hoek. Maar die rekenen wel extra. Prima, doe maar, ik wil dit inmiddels wel weer gedicht en behandeld hebben.

Eenmaal in het Princecourt ziekenhuis word ik supergoed geholpen. Vriendelijke zusters en arts, die allemaal goed Engels spreken en heel netjes te werk gaan. Twee uur later ben ik 9 hechtingen, een tetanusprik, een zak pijnstillers/antibiotica/pleisters en wat enveloppen met documenten rijker.

En 1000 Maleisische Ringit armer. Klinkt heftig, maar is eigenlijk slechts een kleine €200.

Al had ik die Ringits uiteraard liever laten rinkelen in het winkelcentrum waarnaar ik onderweg was.

Nou, wat een ervaringen zo de eerste week Maleisië. We sluiten onze dagen Kuala Lumpur noodgedwongen nogal passief af met bankhangen en een hapje eten bij het restaurant op het dak. Gelukkig niet al te veel last van de knie, maar onhandig met het zwemmen en wandelen is het wel.

Na drie weken stedentrippen is het dan nu tijd voor natuur, op naar de jungle van Taman Negara!

3 thoughts on “Helemaal gevallen voor Maleisië

  1. Yvette Linden says:

    Hoi Sanne, je kan altijd nog schrijfster worden. Ik heb weer genoten van jouw beeldende schrijven! Ik zag het zo voor me….ook jouw pijnlijke val. Sterkte met je knie. En gewoon weer verder gaan genieten.

    Beantwoorden
  2. Linda says:

    Sorry, vergeten een reactie te sturen maar ik lees je verhaal altijd 2x zodat ik het goed in me op kan nemen

    Beantwoorden

Geef een reactie